20 september

Zonet aangekomen in het hol van Pluto: Rolleston. Je vraagt je af wie hier in godsnaam wil leven. Er zijn 3 straten, waarbij de huizen uit golfplaat zijn gemaakt – volgens ons boek was er hier een caravanpark. Van hieruit is het 100km naar Carnavon Gorge – volgens de locals dus naast de deur. Het caravanpark bestaat uit kiezelstenen met witgekalkte plaatsen. Betalen 20$ om dus eigenlijk op een veredelde parking te staan met electriciteit. Vannacht stonden we op een ydillische free parking spot met zicht op de rivier en de vogels die ons gezelschap hielden. Hier zijn we omringt met oude (echte oude) caravan die men verhuurt aan loonwerkers. De enige geneugte die ons deze 20$ oplevert is de airco in onze cabine en het feit dat we alles kunnen opladen vooraleer we de volgende dagen verder trekken. Op de camping ligt een brochure van de campground op ander 4 km van deGorge – ja hadden we dat maar eerder geweten.

Een wandeling in de drie straten levert ons niet veel op: er is een library en een zwembad (niet te geloven!) en in de library is er internet. Het moment om nog eens op internet te zitten. Maar er is teveel veel wind dus is er geen internet – no worries want morgen gaat deze waarschijnlijk wel weer. Het is inderdaad maar internet nietwaar. Een beetje verder is het tankstation die ook de supermarkt, video's verhuurt, een ATM heeft en ook het lokale postkantoor is. Wanneer we de eerste stoppen werkt de ATM niet. Wanneer we een paar uur later gaan wel, ik vraag 200 dollar. En ik krijg 250 dollar, daarna is de ATM temporarily out of service. Ja je zou voor minder uit werking zijn. We besluiten dit extraatje te verdoen door in het café ernaast een pint te drinken. Het café is ook een motel en verkoopt ook liquor voor gans de regio. En zo is alles hier. Ik vrees trouwens dat we de enige klanten zijn in de campground – dus veel verdienen doen ze niet.

Alhoewel we in eerste instantie ons beklaagden dat we hier gestopt waren, zijn we eigenlijk blij want dit zijn de stadjes waar iedereen tankt en doorrijdt. Door hier te stoppen om 12u beseffen we hoe traag het leven hier is en met hoe weinig de mensen moeten rondkomen (behalve het tankstation want daar stopt iedereen en de prijzen voor de diesel zijn navenant.) Doordat we deze keer kiezen om door het midden van Australia te rijden en niet de weg te nemen die de meeste toeristen nemen, zijn we meer dan ooit ondergedompeld in real australian life. Vanmorgen zijn we vertrokken in Moura, 160 km van Rolleston. Tussendoor is er niets. Alleen mega grote boerderijen. De weg is bezaaid met kangoeroe lijken, in verschillende staat van ontbinding – sommige loopt het bloed er nog uit, anderen zitten vol vogels en ander ongedierte, nog andere blijft enkel een geraamte en een stokstijve staart over. Alhoewel dat we deze keer twee levende kangoeroes langs de highxway gezien hebben. (gisteren trouwens ook emu gezien) De Dawson highway 60 is een behoorlijke goede weg, alleen is de weg vol bumps (ja als je de roadstrain erover ziet denderen aan 120 km/h begrijp je hoe dit komt) – onze 4x4 heeft een groot gewicht te torsen en hierdoor krijgt de motor bij elke bump een ferme tors waardoor Nico zijn rijgedrag lijkt op Wibe in haar eerste rijweek (maar nu is ze gelukkig al een goede chauffeur en gelukkig ligt het aan de wagen en niet aan Nico zijn rijstijl want een betere chauffeur is er volgens mijn bescheiden mening niet – en ik weet het want ik heb zeker al 40.000km naast hem doorgebracht) en ik beter een sportbra zou dragen. Er zit niets anders op dan te vertragen tot 70 km/h. Als we in de camping toekomen meten we de schade op: luifel is losgekomen, raam is losgekomen. En de rough roads staan ons nog op te wachten.

Langs de highway zien we plots een nieuw verkeersbord: twee uitwijkende zwarte pijlen op een geel bord. Gelukkig staat de uitleg eronder: Please keep to the centre of the road, unless passing.
Met andere woorden: gelieve op het midden van de weg te rijden,behalve enkel uitwijken wanneer tegenligger komt. Probleem is dat de weg steeds weer op en neer gaat waardoor je niet steeds ziet of er een tegenligger komt, toch wel creepy om dan in het midden van de weg te rijden.
Als je kampeert komen er steeds mensen een babbeltje slaan – en dat is zo heerlijk aan Australia. Op de camping in Rollestone komt plots een zwarte medemens ons aanspreken, wanneer we zeggen dat we uit België komen, begint hij hartelijk te lachen. Hij komt uit Luik en werkt sinds 16 jaar in de mijnen van Australia. Hij vindt het te gek dat hij hier in dit gat van Pluto Belgen tegenkomt en dus volgt er terug een geanimeerd gesprek.


Gisteren stonden we op een free rest area naast de rivier Dawson River. Ideaal om met de boot een toertje te maken. Het opblazen valt zeer goed mee. Ongeveer 10 minuutjes en klaar is kees. Het water is onwaarschijnlijk rustgevend en verfrissend. Nico is ontgoocheld want hij heeft weinig vogels gezien: witte reiger, kaketoes, zeearend, kraaien, aalscholver, eenden, zwaluwen ... het zijn er niet veel hé. Terug lijken mijn armen te ontploffen. Nico lacht mij uit want blijkbaar volg ik met mijn hoofd elke peddelbeweging, hierdoor lijkt het alsof ik een pingpong spel volg. Beiden krijgen we de slappe lach. Maar ik beter mijn leven en leer bij. Na een uurtje peddelen voel ik geen pijn meer en geniet ik van het kayakken. Maar de zon schijnt ongenadig en dus besluiten we om toch maar de schaduw op te zoeken. Het is nu al een paar dagen echt heet. Mer dan 30 graden en een forse wind. Er is in de volledige staat Queensland a total fire ban uitgesproken. Nergens mag er een vuurtje gestookt worden. De beelden van Victoria in ons achterhoofd begrijpen we zeer goed waarom men alle vuur bant. Alles is kurkdroog, deze hitte en forse wind ... oncontroleerbaar.

Gisteren hebben we Leo en Edna ontmoet. En deze ontmoeting is zo typisch Australia. En gesprekje van 5 minuten mondt uit in een uitnodiging om kerstdag bij heb door te brzngen. Leo is oorsponkelijk uit Roeselare. Gans het gezin (met 10 kinderen) is toen hij 17 jaar was naar Australia verhuisd maar overstromingen in hun nieuwe boerderij, dwingt hen om terug te keren naar Belgie. Behalve Leo die achterblijft, hier trouwt en uiteraard blijft. Reeds meer dan 46 jaar maar hij spreekt zalig westvloams. Zijn moeder worden 85 jaar en in mei keert hij terug om feest te vieren. Na het praatje komt hij terug en vraagt of we iets te doen hebben met kerstdag – want zijn vrouw en hij zouden graag hebben dat we samen met hen kerstdag vieren – het is geen dag om alleen te zijn. Dit is toch werkelijk ongelooflijk: 5 minuten hebben we met elkaar gepraat en onmiddellijk nodigen ze ons uit om de kerstdagen met hen door te brengen. Ik zie het bij ons niet zozeer gebeuren. Zalig toch.

Voor hij weggaat waaarschuwt hij ons nog voor de black soil. Blijkbaar is Carcarvon black soil en wanneer het regent zak je hier helemaal in weg dus als het zwart wordt – blijft waar je bent en wacht tot drie – vier dagen tot wanneer het allemaal weer uitgedroogd is.
Als ik de library vraag wat the weather forecast is, kijkt ze mij bevreemdend aan: het weer? Ja zal het regenen in de komende dagen? We willen niet vastzitten in Carnavon. Ze weet het niet.

Allerlei kleine dingetje gaan kapot in de camper – en dus moeten we deze op de australian way zien te repareren. En nu blijkt dat ik hier kampioen in ben – systeem D – oplossingen blijken mijn specialisatie te zijn. Het slotje van het raam was kapot waardoor het raam steeds weer openwaait wanneer we rijden – geen goede zaak dus proberen zelf op te lossen. Na veel geprutst lijkt het gefikst – hopelijk werkt mijn systeem D. Ik zou het goed doen in Afrika of natuurlijk Australia.