Vrijdag 23 juli





Na Yellowstone een volgend groot nationaal park die oorspronkelijk niet op ons programma stond “Glacier National Park”. Zoals de naam al laat vermoeden gekend voor zijn glaciers, al zijn de meeste glaciers in de laatste 30 jaar gesmolten en denkt men dat ze binnen 30 jaar allemaal verdwenen zullen zijn. Glacier ligt op de grens met Canada en het park loopt eigenlijk tot in Canada, het was ooit het eerste internationale nationaal park. Het grootste deel ligt echter in Montana, USA. De weg die er middendoor loopt noemt de “going-to-the-sun-road”. Geef toe een naam die tot de verbeelding spreekt. Het is een weg die in door de bergpas loopt, in de jaren dertig gebouwd is en hierdoor zeer smal en uiteraard bochtig is. Motorhomes zijn niet toegelaten op deze scenic highway en dus zoeken wij een plaatsje op de campground en nemen we de gratis shuttlebus. Een schitterend idee maar doordat de weg zo smal is kunnen er alleen maar kleine minibusjes rijden (slechts 12 passagiers). Maar door grote wegenwerken (dankzij Obama's zijn recovery plan zijn er in alle nationale parken wegenwerken) en zeer veel bezoekers wordt de shuttleservice er ware hel. De eerste dag moeten we bijna 2h in lijn staan wachten (net in een hagelstorm) en 2h op het busje zitten om van de Logan pas (hoogste punt van de going-to-the-sun-road) terug naar de campground te geraken. Maar genoeg over de praktische kant het is en blijft een natuurpark en daarvoor komen we ook naar hier. De Going-to-the-sun road baant zich een weg door het gebergte en alhoewel de hoogste toppen hier slechts 2400m zijn liggen ze nog allemaal bedekt met sneeuw. De watervallen donderen overal om je heen naar beneden. Zonder de wegenwerken in beschouwing te nemen, begrijp je meteen waarom dit een scenic highway is. Uiteindelijk bereik naar veel prachtige vergezichten het hoogste punt: Logan Pass. Achter het visitor center begint een wandeling naar Hidden Lake. Al snel blijkt dat 93% van de wandeling ploeteren is door de sneeuw. Naast grote horden toeristen, proberen ook de witte wollige berggeiten zich een weg te banen naar de groene stukjes. En plots sta je boven een gigantisch mooi gletsjermeer, waar de ijsbergjes nog in drijven. We wandelen nog een beetje verder (weg van de massa) tot we een prachtig plaatsje vinden op een steen, in de zon, met uitzicht op Hidden Lake en met moeder berggeit en baby berggeit voor ons. Ja hier wil ik wel lang blijven zitten. Maar dit zijn de bergen en plots worden de wolken donkerder en donkerder. Tijd om op te krassen. Een hagelstorm raast over ons en ja iedereen wil weg van de berg waardoor we 2h moeten wachten tot een minibusje ons mee kan pakken naar beneden.
De volgende dag staan we vroeg op en nemen we terug de shuttlebus naar Logan Pas. Er start hier een wandeling die volgens de ranger alleen voor ervaren wandelaars is doordat er nog veel sneeuw op het pad ligt. Ja ik begin al in mijn broek te doen, zeker wanneer ze er nog eens bij zegt dat er wel wat gevaar zit in deze wandeling. Ik twijfel of ik wel deze wandeling mee doen. Je ziet hoog boven de weg langs de flank van de berg het pad lopen, na 12km daalt het pad 2200ft naar beneden. Ik kijk vol schrik naar boven maar vertrek toch samen met Nico en al vlug merk ik dat het pad breed is en alhoewel naast het pad steil naar beneden gaat zeer goed te doen is. Misschien betoveren de prachtige vergezichten van de omringende bergen en watervallen mij. Nico steekt er meteen goed de pas en en we steken wel 100 wandelaars en 4 berggeiten voorbij. Het pad baant zich een weg door watervalletjes en sneeuwvelden (ik geef toe dat ik daar toch een hand van Nico nodig had en de ranger een beetje gelijk had maar met de stevige hand overwin ook dit gevaar) tot je plots midden in gele bloemenvelden terecht komt en zicht krijgt op de chalet. Na een lunch in de zon wandelen we terug naar beneden (een heel gemakkelijke afdaling blijkt nu) en na amper 4h20min hebben we de 12 mijl (bijna 20km) afgelegd en komt net een minibusje voorbij waar we meteen kunnen opstappen. (oei en ik was aan het klagen over de shuttle service?)
Ondertussen hebben we geleerd dat de beerbellen helemaal niet werken en dat je moet klappen in je handen. We lijken nu dus meer op flamencodansers dan een koe of kerstman maar gezien we hier af en toe echt wel door “bear country” wandelen klappen we om de paar minuten in ons handen. Wanneer we de volgende dag een trail naar Avalanche Lake doen (de trail lijkt op een autostrade van wandelaars) worden we verrast door een zwarte beer die op amper 5 meter van ons langs een kreek zit te snoepen van enkele boompjes. Wij hadden de beer helemaal niet opgemerkt maar een tegenligger kreeg bijna een hartinfarct wanneer hij ons zo dicht naast de beer zit wandelen. (we geven grif toe we hebben niet in ons handen geklapt en de bear spray zat ergens diep in de rugzak want wie verwacht er een beer langs een autostrade van wandelaars?) Onmiddellijk ontstaat er een “bearjam” omdat alle wandelaars stoppen (uit schrik en uiteraard om een foto te nemen). Na een paar minuten heeft de zwarte beer er genoeg van en trekt hij het bos in. Wanneer we de wandeling langs een eenzaam pad in het bos (zonder de grote massa aan toeristen) verder zetten hangt de bearspray weer aan Nico zijn riem en klappen we weer in de handen. You never know! Maar behalve enkele herten en eekhoorntjes komen we na een wandeling 18km geen dieren meer tegen. Morgen rijden we terug naar het Zuiden, richting kust. Tijd voor wat anders ...

Zaterdag 17 juli






Een ganse week in Yellowstone en nog hebben we de helft niet gezien. Yellowstone is het eerste nationaal park van de ganse wereld. En in het korte seizoen (15juni tot 15 september) ontvangt het miljoenen bezoekers. Al lang staat dit nationaal park op ons verlanglijstje en het heeft ons niet teleurgesteld. Ook hier zijn de campings first come dus vroeg erbij zijn is de boodschap. We hebben geluk de eerste campground aan Lewis Lake heeft nog een plaatsje. Het nadeel is dat we hier wat verder van alles zitten dus dat we veel kilometers rijden. Het eerste deel die willen bezoeken is Westdumb geyser basin en Yellowstone Lake. Westdumb geyser basin doet is heel sterk denken aan Nieuw Zeeland alleen ruik je hier veel minder de zwavelgeur (en dus veel aangenamer want geen hoofdpijn zoals in Nieuw Zeeland) en de hotsprings zijn turquoise blauw waardoor ze veel mooier zijn om naar toe te kijken.
We zijn hier echt in bear country dus kopen we een bear bell – waardoor Nico op een koe lijkt of op de kerstman – ben er nog niet uit wat de meeste gelijkenissen vertoont. Ik kan hem alleszins nu niet meer kwijtspelen! We doen een paar korte wandeling maar al bij al als we 's avonds de optelsom maken hebben we weeral 16km achter de kiezen.
De volgende dag gaan naar waar Yellowstone het meest gekend voor is “Old Faithfull Geyser Basin”. Old Faithgfull is een geyser die elke 90 minuten ontploft en tot 40 meter hoog spuit. Mpet honderden zit iedereen rond geyser stilletjes te wachten en net op het moment dat je denkt “Ja hij zal vandaag net niet spuiten zeker” spuwt hij liters stoom de lucht in en hoor je een collectief “oooooh”. De eerste keer zien we de old Faithfull ontploffen vanop een observatiepunt maar door de stevige wind zien we vooral de stoom en niet meteen de kracht ervan. In het basin zijn honderden geysers en sommige kunnen voorspellen (soms met een speling van 3h) terwijl andere slapen of totaal onvoorspelbaar zijn. Maar overal komt de stoom uit de grond en zie de turquoise stomende waterpoelen, eentje noemt zelfs “Belgian pool”. Na 3 mijl door dit natuurgeweld wandelen, trakteren we onszelf met een wandeling naar de Mystic falls. De wandeling is stevig maar mooi. Wanneer we bovenaan de waterval staan zien we terug (90 minuten later) de old faithfull water de lucht in spuwen. Op de terugweg strompelen we moe de Old Faithful inn binnen. Een monumentale hotel van begin 1900 volledig in hout gemaakt en wanneer je de lobby binnenstapt geloof je je ogen niet. Zeven verdieping hoog houtgebinte, alles is zeer robuust en toch ook elegant. Honderden mensen staan naar boven te gapen met open mond, ook wij. Tijd voor koffie en waar kun je dit beter drinken dan in zo'n historisch gebouw. Buiten is er een gigantisch terras met even robuuste houten banken en tafels met zicht jawel op Old Faithful. Hier een koffie drinken is echt een traktatie. Bijna tijd voor de old faithfull zijn volgende ontploffing. Nu zitten we er met onze neus op: het is fenomenaal. Het is 17h en volgens de voorspellingen ontploffen er straks nog heel wat geysers. Dus maken we terug een wandeling langs de verschillende geysers wanneer plots Castle Geyser begint te spuwen zijn we volledig in trance, wel 30 minuten lang spuwt hij liters stomend water tientallen meters de lucht in. En terwijl we terugwandelen, begint ook weer de old faithfull met zijn spektakel. Dat de natuur zo clockwise was wist ik niet.
Wanneer we de volgende dag een andere meer centrale campground willen, blijkt dat alle campgrounds op onze weg reeds om 10h 's morgens volzet zijn. Wij rijden door naar de noordkant van het park Mammoth Springs en ongelooflijk maar het laatste campingplaatsje is voor ons. We boeken meteen voor 3 nachten. We verkennen de warmwaterbaden die eruit zien zoals diegene in Pammukale (Turkije) – ook hier drogen bronnen op en verdwijnen de mooie witte kalkbaden, ze worden grijs en brokkelen af. Maar ook hier laat men de natuur zijn werk doen en ooit beginnen die slapende bronnen weer te ontspringen en begint de kalkafzetting opnieuw. We wandelen door bearcountry met onze bel naar Beaver Ponds een hele mooie wandelen en trakteren onszelf op een ijscreme – 2 scoops die samen zeker een halve kilo wegen. Wanneer we nadien nog even met de ranger praten overtuigt deze ons om een bearspray te kopen. Maar we zijn nog steeds niet overtuigd. Pas nadat we de volgende dag op onze trekking naar de 3200 meter top van Mount Washburn op amper 100meter van dez track een grizzly met kleintje (cub) zien, later nog 3 beren waarvan zeker 1 grizzly beseffen we dat de ranger misschiezn toch wel gelijk had en dat een bearspray aanschaffen misschien toch wel een goede investering is. Nu hebben we de beren steeds op een veilige afstand met onze verrekijker kunnen observeren maar steeds waren de beren op een relatief korte afstand van een trail. En zeker wanneer ze met hun jong zitten zoals onze eerste grizzly zijn deze beesten niet zonder gevaar. De grizzly is trouwens de meest agressieve beer in de wereld.
Naast de hotsprings, geysers en de beren heeft Yellowstone nog een attractie: de canyon. Uiteraard niet zo groot als de grand canyon maar toch wel behoorlijk indrukwekkend. Er zijn twee indrukwekkende watervallen in deze canyon en via Uncle Tom's trail daal je af tot je bijna het gevoel hebt dat de waterval kunt aanraken. De trail bestaat uit bijna 400 trappen naar beneden, voor ons na de grand staircase in de blue mountains (Sydney) een kleintje. En inderdaad in 3 minuten staan we terug boven en dat op 8000ft hoogte – onze fysiek is nog steeds goed.
Onze laatste dag in Yellowstone brengen we apart door. Mijn spieren zijn moe en ik zie de beklimming van Sepulchre mountain (3400ft stijgen) niet zitten. Dus trekt Nico er alleen op uit, deze keer wel vergezeld van een bearspray. We zullen deze best hier laten want ik denk dat hij in België zou opgepakt worden voor verboden wapenbezit, want de bearspray is een versterkte vorm van pepperspray.

Zondag 11 juli





Zondag 11 juli
Alhoewel we overal veel standjes langs de weg zagen waar ze vuurwerk verkochten, hebben wij niet veel gehoord van het 4th of July vuurwerk. We hebben nl. overnacht in een statepark en daar is vuurwerk verboden. 's Morgens ziet Nico in de kofferruimte een lieflijk snoetje van een muisje. Oesje probleem we willen niet dat dit lieftallig ding de kabels kapot bijt. We kiezen voor euthanasie en dus rijden we onmiddellijk naar Supermarkt Walmart om muizenvergif te kopen. Op de kaart vinden we een volgende campground in Cache Valley. Cache valley zegt ons niet veel maar gezien het weer de komende dagen niet zo goed is in Yellowstone besluiten om hier een halt te houden. Op de kaart zien we dat er een wandeling aan de campground vertrekt: ideaal. De Old Juniper trail blijkt een beauty van een wandeling te zijn. Langs velden vol veldbloemen stijgen we 1800ft tot we een zicht krijgen op de volledige vallei. De bergen rondom ons zijn nog met sneeuw, de dennenbomen omringen ons. We hadden een korte wandeling in gedachten maar uiteindelijk wandelen 19km in deze mooie omgeving. 's Nachts springt Nico plots uit zijn bed en roept “Die muis heeft net over mijn gezicht gelopen”. Ik kom natuurlijk niet bij van het lachen en al vlug zijn we het erover eens dat het maar een droom was. Maar ik lig nog niet helemaal terug in mijn bed en hoor overal geritsel. Wel drie uur houdt de muis ons wakker met een kat en muis spel. Telkens wanneer we denken te weten waar hij zit verdwijnt hij. 's morgens horen we duidelijk het geritsel opnieuw trekt Nico op zoektocht – hij vindt de muis in een plastiek zak en gooit hem naar buiten, hij ziet het muisje het bos intrekken. Oef daar zijn we vanaf. Wanneer ik een uur later op het toilet zit hoort Nico een schruwel van jewelste. Nu ligt hij in een deuk van het lachen. Wanneer hij mij nadien hoort rustig zeggen: Nico er zit nog een muis in de mobiel, roept hij vlug “Ja dat had ik al lang door”. Ondertussen blijkt dat het vergif volledig is opgegeten. We willen geen risico nemen dus rijden we weer naar een winkel en kopen meteen een megaversie vergif. Op deze doos staat duidelijk dat de muizen pas na 4 dagen dood zijn. Ja dat is echt wel een trage dood.
We zijn zo gecharmeerd door deze regio dat we hier nog twee nachten blijven. We rijden naar Tony's Grove en vinden daar een mooie campground, we kamperen tussen de sneeuw, in een bos naast een prachtig gletsjermeer. We wandelen zo'n 15 km naar Whitelake, terug een prachtige wandeling en wat een rust wanneer we aan dit glacier meer aankomen, volledig omringd door bergtoppen in de sneeuw.
's Nachts horen we opnieuw geritsel, deze keer stop ik oorstoppen in mijn oren, zo kan ik tenminste slapen. Nog 2 dagen en het beestje is dood ... 's morgens zijn de drie potjes met vergif allemaal opgevreten. We beginnen langzamerhand te twijfelen of er maar één muisje in onze mobiel zit, we vrezen dat het een hele familie is.
Vandaag wandelen we naar de top van Mt Naomi op net geen 3000 meter, slechts 10km maar we stijgen 2000ft. Terug wandelen we langs grasgroene alpenweiden vol met veldbloemen. We stijgen gestaag en hoe hoger we komen hoe meer we sneeuwvelden over moeten, hoe dieper we in de sneeuw zakken, hoe meer onduidelijk het wordt waar nu het pad loopt. Maar uiteindelijk bereikt Nico dan toch de top (2993m).
Wanneer we 's avonds gaan slapen hebben de muis (of muizen) de nieuwe lading vergif opnieuw opgevreten. Dit wordt een massamoord. Dus vullen we opnieuw de 3 potjes met vergif. 's morgen is het vergif alweer opgegeten en wanneer ik uit bed stap zie ik plots een dode muis liggen. Nico wordt meteen opgevorderd als begrafenisondernemer en mag het dode beestje zijn laatste rustplaats geven (in de garbagebin). Nico gelooft niet dat dit het laatste slachtoffer is en wanneer we in de supermarkt de oude houten muizenvallen vinden, kopen we deze vlug en plaatsen we deze op strategische plaatsen. De volgende morgen vinden we er ééntje in de val. Sindsdien geen meer. Het blijft een raadsel hoe plots 3 muizen in onze camper zijn gekomen. We weten zeker dat ze er nog niet lang zaten, dus moeten ze er met z'n drieën zijn ingekropen terwijl ergens kampeerden. Er zijn genoeg gaten en buizen in de camper waar ze gemakkelijk kunnen inkruipen. Maar zie je het al voor je: drie muizen op een rijtje op zoek naar een gaatje en dan alle drie in processie erin kruipen? Enfin ze zijn weg en dat is het veiligste.
Vanuit Cache Valley rijden we naar Grand Teton NP, de alpen van de verenigde Staten. Drie bergen pieken met sneeuw erboven uit: de Tetons. Je kijkt links (oostelijke kant) en je ziet een grote vallei en je kijkt rechts (westelijke kant) en je ziet deze immense bergen, scherp, hoekig vol met sneeuw. De campings zijn hier steeds first come, first served. Je kunt dus niet reserveren. We nemen de campground die meestal het laatst volloopt en we hebben geluk: er is nog plaats. Ik moet 40 dollar betalen en vind dit toch vrij duur. Wanneer we even later naar het visitor centre gaan en vragen of alle campings zo duur zijn, kijken ze me vol ongeloof aan: alle campgrounds zijn 20 dollar per site per nacht. Ik toon mijn receipt en prompt neem men de telefoon en belt men de campground: ik krijg onmiddellijk een refund van 20 dollar. Ik vraag mij nog steeds af of het een waarachtige menselijke fout was of men die domme oversease toerist eventjes wilde doen dubbel betalen.
We maken nog een wandeling langs Taggert lake en plots zien we twee coyotes of wolven. We denken dat het coyotes zijn maar zijn er niet zeker van. Wanneer we de volgende dag wegrijden van de camping zien we een gigantische bizon in het gras liggen. Over een indrukwekkend beest gesproken: zijn kop en voorpoten lijken eerder op een bulldozer dan op een beest. Ze noemen ze niet voor niets de sneeuwruimers.
We rijden naar de volgende grote campground en hebben ook hier geluk: nog plaats. De meeste campgrounds lopen tegen 10h vol, sommige zelfs vroeger. Er blijkt een laundry op deze camping te zijn, maar wanneer we wandelen richting laundry beseffen we al vlug dat doordat wij op het verste punt van de camping liggen we meer dan 1 mijl (bijna 2 km) moeten wandelen. Er staan wel 20 wasmachines maar slechts eentje is vrij. Terwijl de halfuur was draait, brengen wij een bezoek aan het visitor centre. Terug wandelen naar de camper, wasdraad uithangen en erbij blijven want de geur van waspoeder trekt mogelijk beren aan. Pas nadat de was droog is, kunnen we terug een wandeling doen. We wandelennaar hermitage point, een beetje een ontgoochelende 10 mijl wandeling, want je blijft steeds in het bos en krijgt maar eventjes de mooie vergezicht op de indrukwekkende Tetons. Ach ja we hebben tenminste 10 mijl gewandeld.
De volgende dag starten we met een canoetochtje op Jackson Lake. We hopen om moose te zien, maar we hebben geen geluk. Wel zien we de Tetons weerspiegelen in het water terwijl wij peddelen, en alleen al daarvoor is dit canoetripje memorabel. Na twee uur leveren we de canoe terug in en rijden we naar Signal Mountain. Eerst iets eten, in de reisgids staat dat de Tacoberg (Mountain of taco's” indrukwekkend lekker en groot is dus bestellen we deze. We vallen bijna achterover wanneer de berg met taco, kip, biefstuk, bonen, zure room, salsa voor ons staat. Als we dit op hebben geraken we zeker niet meer op Signal mountain. Dat hoop ik stilletjes ... maar Nico denkt daar anders over. Na deze copieuze maaltijd (ben er nog steeds niet over wat een berg aan taco dit was) beginnen we aan de beklimming van Signal Mountain. En zelfs met de taco's in de maag is de beklimming van deze berg al bij al een easy en de beloning eenmaal op de to is fenomenaal. Voor je zie de vallei, uiteraard de tetons, ze blijven elke blik die je werpt domineren. Ook nu weer wandelen langs velden met wildbloemen in allerlei kleuren.
Op o,ze laatste Teton dag rijden we eerst van Colter Bay naar Jenny lake. In Willows Flat zien we twee kraanvogels – ze zijn ongelooflijk groot en toch elegant. Een blik in ons vogelboek leert ons dat dit Sandhill Cranes zijn. Ze komen hier in de zomer. In Jenny Lake maken we een wandeling in de canyon. Eerst 2 mijl rond het meer en dan via Inspiration Point de canyon in. Het is prachtig maar het weer begint ons parten te spelen. Druppels regen vallen op ons en na 1h30 minuten besluiten we om terug te keren. Zo kunnen we in Signal mountain Lodge nog de tweede helft zien van de wereldvekerfinale Spanje – Nederland. Uiteraard zit het café (de enige tv in Teton waar Sport wordt op uitgezonden) vol met Nederlanders (in gecamoufleerd oranje uitrusting). Het eindigt met applaus wanneer de Spanjaarden scoren (dan toch enkele Spaanse supporters?)

Zaterdag 3 juli





Vanuit the Arches rijden we naar Capital Reef NP. Dit national park wordt niet zo vaak bezocht terwijl het toch meer dan de moeite loont. Men noemt dit een reef omdat het een lijkt alsof de aarde hier een grote plooi maakt en net zoals een reef een rode muur vormt. Omdat de campground hier een first come, first served campground is rijden we meteen naar de camping. Het is gewoon ongelooflijk de camping is een groene oase midden in de natuur. Ook de indianen en de mormomen hebben deze oase ontdekt. De Fremont rivier brengt de natuur hier tot leven. Het historische stadje noemt niet voor niets Fruita, de vallei staat vol met boomgaarden. Nu is het nog niet het seizoen maar wanneer de fruitbomen vol met vruchten staan mag je als bezoeker gratis fruit komen plukken. Maar daarvoor zijn we hier nog iets te vroeg, dus geen fruitplukken. Dan maar wandelen zeker? We beginnen met een 2 km lange wandeling naar het visitor centrum. Daar krijgen we een kaart met de wandelingen. Vanuit het visitor centrum wandelen we naar de Fremont Canyon overloop, We stijgen in 3 km zo'n 1000ft (300m) en komen boven op de rim te staan. De canyon onder ons is fenomenaal. Maar echt genieten van deze view na deze uitputtende wandeling kunnen we niet omdat het vol zit met vliegjes die ons maar niet gerust laten. Gelukkig is de wandeling terug naar beneden iets minder uitputtend. Na 3 h zijn we terug in ons schaduwrijk campertje en hebben we 11 km gewandeld. 's avonds maak ik wilde zalm op BBQ klaar. De volgende dag trekken we met 4 liter water terug de canyon in. We klimmen naar boven en een eenmaal in de canyon is het fenomenaal hoe de rode, gele en witte kleurrijke canyon ons omringd. We wandelen verder via de rim tot we Cassidy Arch komen. Blijkbaar zo Butch Cassidy zich hier af en toe verstopt hebben. De canyon heeft zoveel hoekjes en kantjes dat je inderdaad je gemakkelijk kunt voorstellen hoe je hier jezelf kunt doen verdwijnen voor een tijdje. Tergelijkertijd is de canyon ook levensgevaarlijk. Binnenkort start hier de monsoon en dan kan er na een hevig onweer het water in de canyon zo plots stijgen en alles op zijn weg meesleuren. Als we via de grand wash in de narrows komen wordt ons duidelijk hoe indrukwekkend de waterstroom hier te werk gaat. Na 12km komen we terug op de baan terecht, gezien er geen loopwandeling is kunnen we niets anders dan de laatste 6 km langs de weg te wandelen. Het is heet, stekende vliegen blijven ons aanvallen, we hebben nog een halve liter water/ De laatste km zijn de hel maar dan is daar de homestead waar je heerlijke vers gemaakt ijsje kunt eten en dat maakt alles goed. Ondertussen luisteren we naar het nieuws. En het hoofdpunt is de aankomst van de Belgische koning in Congo en het ontslag van de commisie Adriaensen na de gerechtelijke inval. Bizar dat net dit het nieuws haalt in US.
De volgende dag rijden we door naar Escalente – Grand Staircase National Monument. Ook nu blijft het desolate landschap ons verrassen. De kleuren veranderen constant, soms lijkt het alsof de aarde onder je heen open scheurt. Op een bepaald moment rijden we over een riggel, langs beide kanten naast ons een diepe kloof van enkele honderden meter. We stoppen in Calf Creek Recreation Area waar je kunt kamperen in een rode canyon, met een heerlijk kabbelend riviertje naast ons. Van hieruit vertrekt een wandeling naar de Lower Falls. Om eerlijk te zijn verwachten we niet veel van de watervallen in deze droge woestijnachtige omgeving. Het wandelpad baant zich een weg via de canyon, het is ploeteren door het hete zachte zand maar na 3 mijl komen we in een schaduwrijke plaats en boven ons dondert een waterval naar beneden. Het is niet te geloven hoe in deze woestijn plots zo'n waterval tevoorschijn komt. Het water is ijskoud en doet ons meteen denken aan de waterholes in Australia. Een omgevingstemperatuur van bijna 40 graden en water van 15 graden voelt dan echt als ijskoud aan. We picknicken in deze prachtige omgeving en wandelen terug naar de camper.
Onze volgende halte is Kodachrome State Park, gekend voor zijn rotsen die eruit zien als schoorstenen. Ook nu vinden we een plaatsje op de campground in het park. We zijn verrast door de luxe die we hier krijgen: warme douches, onwaarschijnlijk proper sanitair, prachtig aangelegde kampeerplaatsen. Maar zeer snel ontdekken we het grote nadeel van deze kalmpplaats: gnats. Dit zijn ultrakleine vliegjes die het vooral op je gezicht gemunt hebben, en zelfs in je oren kruipen en daar dan lekker bloed zuigen waardoor je overal op de meest onmogelijke plaatsen insectebeten hebt. Gelukkig juiken ze niet al te veel. Maar gezellig buiten zitten zit er niet in. Ook nu willen we het park te voet verkennen. Maar vandaag willen de benen en de voeten niet mee. De vele kilometers van de laatste dagen hebben enkele blaren op mijn tenen bezorgd en na 1uur wandelen, ga ik terug naar de camper terwijl Nico het park verder verkend. Het is zeker een mooi park maar deze keer blijft het “waaawh-gevoel” een beetje weg.
Vanuit Kodachrome State Park is het maar 26 mijl naar Bryce Canyon National Park. Ook nu vinden een een kampeerplaatsje op de campground in het park. Wat heerlijk om na de woestijn terug onder de pijnbomen te staan. De temperatuur is hier opmerkelijk aangenamer. We wandelen tot aan de winkel (kleine kilometer) waar we een machine was doen. Het blijft verrassend dat we in 25 dagen nog steeds geen wasdraad gezien hebben. Iedereen gebruikt hier de droogkast. Gelukkig hebben wij wasdraad en wasspelden mee en dus toveren we onze kampplaats om tot een droogrek. Tussen de bomen spannen we touwen en daar hangt onze was. De enige bij meer dan 300 kampeerders. Best grappig.
We besluiten om vandaag een korte wandeling te doen. Volgens de brochure is Queens Garden en Navajo loop de beste 3 mijl (5km) wandeling van de wereld. Ja en dat merken we aan het volk. Maar ja 5 kilometer is echt niets, dus doen we er nog de peek-aboo loop, de under rim en rim walk bij. Uiteindelijk hebben we weer bijna 15 km gewandeld. Bryce is het meest betoverende nationaal park dat je kunt voorstellen. Het lijkt alsof je in sprookjesland wandelt met overal roos-rode-witte fijne torentjes. Elke bocht die je neemt, biedt een ander zicht op de canyon en je blijft verwonderd rondlopen, waardoor je 15km in plaats van 5 km. Ook de volgende dag nemen een 13 km lange wandeling. We merken een enorme verscheidenheid aan wilde bloemen. We nemen er een foto van in de hoop om ze nadien te kunnen identificeren, maar dat blijkt veel moeilijker te zijn d an gedacht. Na amper 2h45 hebben we de 13km lange loop die als zeer zwaar werd omschreven afgewerkt. Bryce heeft ons werkelijk betoverd. We zijn blij dat we 2 dagen en 2 lange wandelingen in de canyon gemaakt hebben. Het was meer dan de moeite waard.
En nu laten we het Zuidwesten achter ons en rijden we naar het Noorden. Morgen is het hier de 4 juli – nationale feestdag.

Zondag 27 juni






We trekken een groepje van 11 wandelaars en een Navajo gids naar de cliff dwelling van de Anastaci indianen. We dalen 700 ft de canyon in en komen in relic forest. Dit bos is nog zoals het er in 1200 in de canyon moet uitgezien hebben: douglas firs, aspen pines. Het is er koel, groen en veel schaduw. Geen wonder dat de anastaci hier wilden leven. Er is een waterbron doordat het water op een rots botst drupt het water gestaag in de canyon en groeit hier een waarachtig bos middenin de woestijn. De huisjes (meer dan 125 kamers) zijn in de klif gebouwd. In de zomer staan de huisjes steeds in de schaduw (koel) terwijl in de winter de zon de huisjes in de klif net verwarmd. De huisjes zijn piepklein, blijkbaar sliepen ze alleen binnenin, men leefde vooral op het dak en buiten. De gids vergeleek het met kamperen. In je tent slaap je ook alleen voor de rest leef je outdoors. Heel veel anastaci stierven voor ze 40jaar werden omdat ze het graan fijn maalden met zandsteen waardoor ze meer steen dan graan aten en dus bijzonder veel pijn moeten hebben gehad. Blijkbaar na 50 jaar brak een droogte uit en hebben de indianen hun klif verlaten op zoek naar een plaats met water. Na 3 h beginnen we aan onze klim naar boven. Ondertussen is het heet en we zijn redelijk verhit wanneer de klim uit de klif er op hebben zitten.
We rijden door naar Monument Valley. Je weet wel de fotootjes van de marlboro reclame. En ja het ziet echt zo uit. Je kunt hier met een eigen wagen via een slechte dirt road rondrijden of meerijden met een tourjeep. Wij doen geen van beide. We rijden door naar de primitieve campground en maken een 8km wandeling rond één van de buttes (Mitte butte). Het is bijzonder heet (bijna 40 graden in de schaduw) maar de wandeling geeft je een bijzonder mooie overview van het park. Zonsondergang is gewoon adenbenemend. 's Morgens rijden we verder naar natural bridges. Plots staat een bord langs de weg dat 2 mijl gravel is, met 10% stijgingspercentage en verschillende haarspeldbochten waar je slechts 5km/h kunt rijden en dat RV (wij dus) deze weg niet kunnen rijden. Dilemma. Wat doen we? Een Cruise America rental RV rijdt door. Nico beslist om er meteen achter te rijden. Als die er op kan, dan ik ook en de andere camper houdt alvast het tegenliggend verkeer tegen. De weg baant zich spectaculair een klif naar boven. Jammer dat je zou weinig kunt genieten van dit adembenemende klim naar boven. Maar de concentratie op de steile weg is nu belangrijker. Why don't they finish their roads? Komt spontaan bij ons op. Blijkbaar kennen ze dit fenonomeen niet alleen in Australia.
In Natural bridges maken we een wandeling tussen twee natuurlijke bruggen en volgen we de canyon. De bewegwijzering via cairns (hoopjes steen) trekt op niets en soms zijn we compleet het spoor bijster. Ook nu is het wandelen en klimmen dubbel zo zwaar door de hitte. Maar wanneer je in de canyon staat of onder zo'n magistrale natuurlijke brug dan heb je het er voor over. Maar na een paar uur staan we terug aan de trailhead. Het was een mooie wandeling, jammer van de slechte bewegwijzering – zeker in deze hitte wil je niet de weg kwijtspelen. Er is een kleine campground in het nationaal park maar we beslissen om nog wat verder te rijden richting Moab. We rijden door naar Monticelllo waar we in een RV park onszelf stationeren. (zo kunnen we wassen, hebben we een douche en internet). De douches en wc's zijn hilarisch. Alles is gewoon afgeschermd met een versleten en kapot douchegordijn. Stel je voor: op het WC zitten met een gewoon douchegordijn voor je. Ik veronderstel dat de eigenaar ervan uit gaat gezien iedereen full hookup heeft en met zijn megagrote camper afkomt, iedereen toch gewoon zijn eigen badkamer gebruikt. Je zou voor minder.
De volgende dag rijden we naar moab waar we alles versturen voor de verzekering, tanken en inkopen doen vooraleer we naar The Arches Nationaal Park doorrijden. Je krijgt hier in een supermarkt vaak veel korting als je een klantenkaart heb. Telkens komen we in een andere winkel, dus telkens haal ik een andere klantenkaart. Gemiddeld bespaar je 20% door net die dingen te kopen die via je kaart korting opleveren. Het is hier momenteel het seizoen voor steenfruit (peches, nectarines) en aardbeien. Voor 1 euro koop je een halve kilo aardbeien en dus ontbijten we nu al 3 weken met verse aardbeien: heerlijk! Maar genoeg over wat we kopen en eten. We rijden door naar The Arches en wat is dit nationaal park druk. Alle parkings staan vol. Daarom plannen we de eerste wandeling naar delicate arche omdat deze staat omgeschreven als zeer lastig, geen schaduw en niet te doen in de hitte van de dag. Wij denken dat er dus weinig zo zot zullen zijn om deze wandeling om 12h te doen. Maar zijn we hier mooi mis. Grote hordes wandelaars, vaak bloedrood verbrand zijn volop aan het zwoegen en zweten op hun klim naar Delicate Arch. Gewapend met sportdrank, zoutige snacks en onze pet starten we aan de wandeling. Ik kijk verbijsterd wanneer een zeer jong koppel met een paar maanden oude baby op hun buik naar beneden komt. De baby is bloedrood. We begrijpen beide niet hoe men zo onverantwoord kan zijn. In zo'n hitte minstens 2h in volle zon met een baby op je buik lopen. Ja die brengen hun avond waarschijnlijk in het hospitaal door. We zien ook veel gezinnen en alle kinderen zijn bloedrood verbrand. Al hoofdschuddend werken wij gestaag onze wandeling af, niet begrijpend waarom al deze kinderen zo verbrand zijn. Kennen ze hier dan geen zonnecreme? De klim naar boven is inderdaad lastig, vooral omdat je geen enkele schaduw hebt. Maar we worden beloond met een fenomenaal zicht. Overal om je heen zien rode canyon en dan staat daar in het midden, eenzaam en delicaat een stenen boog. Puur door de natuur. In tegenstelling tot een natuurlijke brug wordt deze niet gevormd door rivierwater maar door regenwater en sneeuw die in de winter binnenin de steen vervriest en dit doet na honderden jaren de steen kapot springen en zo ontstaat langzamerhand een boog.
De camping is omringd door dezelfde rode stenen canyon en arches. Het is fenomenaal mooi maar ook bijzonder heet. Er zitten kleine groene vliegjes die bijten dus terug inspuiten! Ik durf niet meer te tellen hoeveel DEET wij in dit jaar op ons lijf hebben gespoten. Na een rustpauze maken we nog een korte wandeling naar Tapestry Arch, Broken Arch en Sanddune Arch. Ook nu betovert de omgeving ons. Wanneer we terug op de camping komen zien we een volledig uitgebrande camper staan. Nico zegt meteen “Dit is vers”. Later horen we dat een paar uur geleden deze camper uitgebrand is, terwijl het franse koppel met hun fiets een tochtje aan het doen waren. We worden er stil van. Stel je voor je neemt je fiets en komt terug en alles, alles is weg. Je hebt geen papieren, geen kleren, geen niets meer. Gelukkig gebeurt dit niet zo vaak.
's Avonds praten we met een koppel (leerkrachten) maar de gesprekken zijn heel anders dan in Australia: ze zijn kort en ze beslissen zelf na 10 minuten dat ze genoeg van je weten. Ze komen nog verschillende keren langs voor een kort gesprekje, ze zijn geïnteresseerd in een house swap. We geven ze met plezier ons kaartje. 's Nachts kan ik niet slapen van de hitte, het zweet drupt van mijn hoofd, geen briesje waait door de camper. Ergens moet ik omstreeks 4u toch in slaap gevallen zijn, want wanneer de wekker om 7h gaat heb ik absoluut geen zin om op te staan. Maar we hebben een grote wandeling gepland “Devils Garden Trail van 12km. Dus opstaan, stevig ontbijten, rugzak klaarmaken, camper van plaats veranderen en weg zijn we. De eerste grote arch die we tegenkomen is landscape arch. Een lange smalle boog – onwaarschijnlijk dat deze blijft staan. Ze verwachten echter dat ze ieder moment zal invallen want in 1991 is er een groot stuk naar beneden gekomen. Ook dat is de natuur. Dus hebben ze het oorspronkelijk trail die onder de arch doorging om veiligheidsredenen afgesloten. Het pad wordt primitiever en moeilijker. Je klimt op zandstenen klifs waar de vista uiteraard adembenedemend is. Blijkbaar geeft dit zandsteen mij een veiliger gevoel dan de gravel want ik slaag erin om alle moeilijke passen alleen te doen (of toch bijna). Na 90 minuten stappen komen we bij Doulble O arch, een dubbele boog. We wandelen verder via primitive trail en primitief is het zeker. Af en toe is het pad behoorlijk avontuurlijk en ja ik heb de hand van Nico nodig, en één keertje moet hij mij echt moed inspreken maar na 4h staan we terug aan de camper. De hitte was op de wandeling zeer intens, voor de eerste keer zijn we door onze watervoorraad heen en om dat te vieren drinken we een Miller, volgens het blikje de champagne van het bier. We hebben dorst, champagne of niet een ijskoude pint is gewoon heerlijk.