Zondag 1 augustus





Zondag 1 augustus
Na Glacier blijven we enkele dagen in Columbia Gorge, Oregon. De Columbia River is een zeer brede rivier met langs beide kanten een zeer drukke autosnelweg en drukke treinlijn. Hierdoor verliest de gorge wat van zijn charme want waar je ook bent steeds weer hoor je het geraas van de autostrade en het gedender van de gigantische lange goederentreinen. De eerste nacht hebben we overnacht in een statepark die ons sterk deed denken aan de stateparks in Canada: klein, gekneld tussen een drukke autostrade en treinspoor. Wanneer een trein voorbij ons camper passeert lijkt het alsof hij er knal door rijdt en wanneer blijkt dat hij ook telkens een paar keer zijn hoorn gebruikt vrezen we voor onze nachtrust. Uiteindelijk zijn er maar twee treinen 's nachts gepasseerd ... oef. En toch heeft deze regio iets charmerend. De brede rivier is heerlijk om in deze warme temperaturen in te zwemmen. Het volgende statepark is gelukkig iets verder van de trein en autostrade verwijderd en hier volgen we een trail naar de omliggende watervallen. We hebben al veel watervallen gezien, dus zij we wat sceptisch maar ook nu zijn ze de moeite waard. Vooral Triplet falls en Ponytail Falls zijn best leuk en de wandeling is steil, in het groene bos vol schaduw langs een aangename trail. (en toch zweet ik mij te pletter). Wanneer we na 6 mile terug aan de gorge komen, zien we ongelooflijk veel auto's geparkeerd. Op een hete zondag als deze komt iedereen zich blijkbaar verfrissen door in de gorge en onder de waterval te wandelen. Iedereen komt zeiknat terug naar boven.
De zomerse temperaturen (terug stuk boven de 30 graden) doen ons verlangen naar de zee. Op weg naar de kust horen we plots een sirene van de sheriff. We kijken verwonderd naar elkaar: wat hebben we misdaan? We gaan aan de kant van de weg staan en zijn nog meer verbijsterd wanneer de sheriff uitlegt wat we verkeerd gedaan hebben. “Sir, you were driving only 45 – 50 miles an hour and there were two cars behind you. It's the law that you pull over cause otherwise the drivers get annoyed and start doing dangerous things”. Nico is zo verbouwereerd dat hij nog eens vraagt vanaf hoeveel wagens hij dan moet aan de kant staan – de sheriff maakt ons duidelijk dat vanaf 1 wagen we moeten uitwijken en langs de kant moeten staan en de rapper rijdende voertuigen moeten doorlaten. We komen er vanaf met een waarschuwing maar liggen nadien bijna plat van het lachen. De maximum speed was 55 miles/h en wij reden 50 miles/h . We zouden kunnen begrijpen wanneer we een sliert van 15 wagen achter ons hadden of wanneer we aan 30miles/hour rijden maar toch niet wanneer we amper 8km/h onder de maximumsnelhheid rijden en er slechts twee wagen achter ons rijden.
Hoe meer we de kust naderen, hoe meer de mist komt opzetten. Ja lap we gaan weer eens naar de zee en weer hebben we slecht weer. We rijden nog wat door in de hoop dat het opklaart maar vanaf we op 2 km van de kust zitten, rijden we door dichte mist en daalt de temperatuur met 20 graden. Uiteindelijk vinden we een camping aan een meer in de zon en beslissen om daar te blijven. Tijd voor de was (terug zonder wasdraad ;-) en internet!
Ook de volgende dag blijft de mist boven de zee hangen en blijven de temperaturen onder de 20 graden, terwijl 10 km inwaarts de temperaturen nog steeds boven de 30 graden zijn. Er zit niets anders op dan terug het binnenland op te zoeken. We rijden langs een “onelane road with turnouts” een weg die breder is dan heel wat Europese wegen en slingert langs een rivier tot we een camping vinden in een fantastisch mooi bos aan een waterval. We maken twee mooie wandelingen. De volgende dag stoppen we in een skigebied waar nu de zon ongenadig schijnt. Een mooi plaatsje aan een meer, zon en 's avonds een fantastisch kampvuurtje.
Wanneer we de dag nadien naar Crater Lake National Park rijden, passeren we honderden lopers en evenveel wagens beschilderd met aanmoedigingen. We leren dat het een loopwedstrijd van meer dan 200 mijl is (320km). Amaai bewonderenswaardig, vooral omdat de meesten recreatieve lopers zijn. Maar wij zetten onze weg verder naar Crater Lake en volgens insiders is vooral de eerste blik onvergetelijk. En zowaar ze hebben gelijk. Plots sta je voor een gigantische krater gevuld met inkblauw water met scherpe steile kraterwanden met sneeuw omringd. Je blijft gefascineerd kijken naar de kleur van het water en waar je ook kijkt je blijft kijken naar het water en de steile kraterwanden. Zeker wanneer we op de hoogste top (8929ft) van Mount Scott staan en neerkijken (letterlijk dan) op het kratermeer. Het park zelf is eigenlijk niet zo groot en wanneer we de 55km rim rondgereden hebben beslissen we om verder te trekken. We hebben een bijzonder grote kater overgehouden aan de campground in dit nationaal park. De douches stonken zo naar schimmel dat je schrik had dat je tijdens een douche flauw zal vallen. We hebben in 7 maanden Australia nooit één onverzorgd toilet of sanitair gevonden. We dachten dat amerikanen nog meer preuts en hygienisch waren. No way dit schreeuwt om een bezoek van de gezondheidsinspectie. Het is niet de eerste douche/wc waar we met enig argwaan gebruik van maken maar dit is wel het ergste. Ik dien een klacht in maar ja dan duwen ze je een evaluatieformuliertje in je handen en dan weet je dat er niets verder mee gebeurt. We rijden vlug door naar een statepark waar we zeer verzorgd sanitair hebben. 's Avonds maken we op ons kampvuurtje een volledige zalmfilet klaar (vis voor 2 dagen!). De ranger denkt dat we de zalm zelf gevangen hebben, maar we hebben deze in supermarkt voor amper 6 dollar gekocht, maar dat vertellen we er lekker niet bij.