Zaterdag 23 januari







Wij zijn ondertussen weer twee weken verder en terug on the road. We hebben Maroochydore verlaten, nadat we een ontbijtpannenkoekenslag hebben meegemaakt. Na hun ochtend surfski training (om 6h 's morgens!) bereiden Peter en Alan om 7h30 een grote hoeveelheid pannekoeken. Alle vrienden komen toe en een megagroot pannenkoekenfestijn kan beginnen. Peter leert ons om suiker en citroen leeg te persen op een pannenkoek (heerlijk) terwijl alan ons overtuigd om het te proberen met yoghurt, perziken en honing. We nemen afscheid van iedereen en om 11u halen we ons autootje op en vertrekken we richting Brisbane, om 12 dagen te kamperen in een tentje. Om het toch een beetje comfortabel te houden hebben we een hele uitzet gekocht. (echter een nacht in een motel slapen is duurder dan onze volledige aankoop en ja we kopen nog een campingstoel – nog maar onze vijfde). De eerste halte in Brisbane, de camping ligt 4 km buiten Brisbane maar met de auto is dat niet erg natuurlijk. We willen graag de finale tussen Kim en Justine zien, de enige tickets die nog overblijven hebben een slecht zicht en kosten 100 dollar. Dus gaan we maar op een groot scherm kijken. Iedereen stroomt toe op het grote grasplein, picknickdekens worden uitgerold, hapjes worden er op gezet anderen zetten zich aan de BBQ en combineren BBQ met kijken naar de tennis. Althans dat is wat iedereen denkt. Om 19h start een UK serie (begint de tennis niet om 19h?), om 19h30 nog een serie (misschien hebben ze vertraging opgelopen?) om 20h nog een serie (ja lap ze hebben ons hier goed liggen!) Iedereen begint langzamerhand af te druipen – geen tennis. En daarom zijn wij naar Brisbane gekomen. We keren ontgoocheld terug de camping en zenden sms naar Irene. Zij zendt ons prompt eentje terug: ze zenden het pas in uitgesteld relais uit om 21h30. Het is 21h15: hop auto terug in en weer naar Brisbane. Ondertussen is het picknick veldje bijna leeg, en jawel dan start de wedstrijd: wat een spanning en een supergroot scherm bijna exclusief voor ons!
De volgende dag rijden we naar Flanagan Reserve, aan de south rim (bergketen tussen Queensland en NSW). We hebben in deze regio al een en ander gedaan (Springbrook, Lamington, the Gorge) en vonden dit een mooie regio dus terug maar nu naar een andere plaats, aan de voet van mount Barney. Een groots bos waarin we mogen kamperen, met douches en een heerlijke rivier met natuurlijke spa's. De temperatuur loopt op tot 33 graden, dus de rivier is gewoon heerlijk.
De volgende dag laten we ons leiden door de GPS die ons via een dirt road steeds verder weg leidt – net op het moment dat ik tegen Nico zeg: dit lijkt mij echt wel niet juist te zijn komen we aan een gesloten poort van het NP terwijl onze GPS maar blijft zeggen: rechtdoor! Dus kaart uithalen en de old fashion way de weg vinden op de kaart. Onze tank is nog voor één vierde vol, volgens de wegwijzers nog 45km te gaan: no worries. We volgen de pijlen en onze GPS, plots wordt de weg weeral eens een dirt road, corrugated, wash outs, potholes: why don't the australians finish their roads roepen we tegen elkaar. De benzinetank begint meer en meer naar het rode vakje te gaan, we vinden de afslag naar de benzinestation maar niet en betrouwen de GPS al helemaal niet meer wanneer ze ons weer al eens een dirt road wil laten inslaan. We volgen dus maar de kaart ipv de GPS, plots berekent de GPS de weg opnieuw en doet ze er nog eens 40km bij ipv 10km die wij in gedachten hebben. Lap ik zie het al gebeuren, in the middle of nowhere zonder benzine met het dichtsbijzijnde stadje voor ons op 100km en achter ons 70km tenzij we de afslag vinden ... en daar is ze gelukkig, de wegwijzer geeft ons gelijk nog 10km te gaan terwijl onze GPS volhoudt dat het nog 60 km is. Begrijpe wie begrijpe kan.
We picknicken aan de rivier en bakken op de gratis gasBBQ een hamburger en broodjes. We kunnen inloggen op internet en boeken onze volgende camping in Girraween NP. Het park is gekend voor zijn granieten boulders. De camping is een van de mooiste die we gezien hebben. Voor 5$ (3euro) per persoon heb je een mooie grote verzorgde plaats met je eigen picknick tafel, BBQ, daarenboven zijn er flush toilets, warme douches, zwemgelegenheid en enkele prachtige wandelingen. De wandelingen zijn behoorlijk zwaar omdat je de grote granieten rotsblokken steil naar boven moet beklimmen. Ik laat Nico tot aan de top klimmen, ik blijf halfweg want naar boven is geen probleem maar naar beneden is quite scary!
Ondertussen lopen de temperaturen op: 38 graden in de schaduw! Op onze laatste avond in dit park breekt een warmteonweder uit van jewelste: 4h donder bliksem en 2h regen, regen en nog eens regen. En ons tentje houdt het wonderwel uit zowel de regen als de hevige rukwinden.
We rijden door naar Apsley Falls, daar toegekomen begint het terug te regenen. Met een zeil aan de auto proberen we een shelter te maken. Na 2h stopt het en kunnen we rond ons vuurtje zitten en eten. De volgende dag bekijken we de falls: de regen van de afgelopen weken heeft de falls omgedoopt tot een wilde grootse waterval: indrukwekkend zonder meer. Het wandelpad is echter afgesloten, logisch want het wilde water heeft op 29 december (dus twee weken geleden) gewoon de brug en zijn betonnen fundamenten weggesleurd.
Via een meer (waar we 's avonds BBQ met fenomenaal zicht op het meer en de bergjes errond) en een rivier (waar we toevallig beland zijn omdat onze GPS ons weeral eens via dirt roads heeft verloren laten rijden) komen we in de world heritage blue mountains.
De eerste uitkijk waar we aan stoppen vertelt ons meteen waarom dit worls heritage is. Aussies zeggen “awesome” maw indrukwekkend. Een diepe kloof spant zich voor ons uit, en wij staan op de klif in de diepte maar ook in de verte te kijken. De grand Canyon is zondermeer indrukwekkend maar dit moet er niet voor onder doen. In Blackheath maken we een wandeling langs de loodrechte klif naar beneden tot aan de voet van de Bridal Falls – best dat ik op voorhand niet gezien heb aan welk paadje we ons moesten wagen om hier te geraken. Wel duizend trappen naar beneden. Vele trappen uitgehouwen in de rots, afgesleten, nat, glibberig, soms vervangen door een ijzeren trap maar waardoor je heen kunt kijken waardoor je de afgrond van enkele honderden meters gewoon onder je voeten ziet (beangstigend zonder meer). Duizend trappen naar beneden wil ook zeggen duizend terug naar boven. In temperaturen van 30 graden wil dit zeggen dat het zweet van je loopt. Eenmaal boven zijn we vlug gerecupereerd en doen we een tweede wandeling naar Evans Head. Slechts 6 km , langs de klif maar je volgt de natuurlijk golving dus jawel 6 km trappen op en af. 's Avonds zijn we doodop en gaan we naar een camping, eten we indisch, bellen we het thuisfront op en voelen we voor de eerste keer een koude nacht. De volgende dag rijden we naar Katoomba, waar de wereldbefaamde three sisters rotsen te bekijken zijn. Terug wagen we ons aan een wandeling, terug 5 km trappen op en af en plots komen we aan de giant staircase: slechts 900 trappen. Iedereen doet deze natuurlijk naar beneden, maar niet wij, naar boven! Onderaan de trap staat dat je minsten 45 min moet rekenen om naar boven te gaan, in 15 minuten staan we boven, te puffen en te blazen uiteraard. Maar wanneer 400meter verder aan de visitor centre komen zijn we al weer gerecupereerd. We rijden terug naar Kanungra Walls waar we kamperen. Het is slechts 13 graden om 15h – dit belooft voor de nacht. Het is een grote mooie campground met veel wildlife. Maar we zijn de enigen, geen aussie die zo zot is om in vriestemeraturen (toch in hun beleving) te komen kamperen. Om 17h steken ons vuurtje aan en laten we ons verwarmen door het kampvuur. We hebben alle BBQ leegeroofd van hout zodat we zeker voor 4h vuur hebben. 'S nacht dicht bij elkaar en dan valt de koude heus wel mee. 'S morgens om 8h (de zon is al 2h op) is het nog maar 8graden!
De volgende dag is het terug veel beter weer, en de kampeerders komen dan ook in grote getale toe, wij vertrekken naar Parramata, voorstad van Sydney. Dat het weer beter is, merken we meteen aan de thermometer in onze auto: 38graden in de schaduw.
Ondertussen zijn we terug in Sydney en overnachten we in een bijzonder aangename lodge, op amper 15 minuutjes van Sydney, in een rustige straat. Onze kamer heeft een badkamer en kichenette maar behalve voor ontbijt zullen we deze niet gebruiken want er zijn hier in Randwaick zoveel restaurantjes waar je kunt eten voor 8$ (5euro) dat je zeker niet wil koken (vooral gezien het hier een hittegolf is met temperaturen van 39 graden). Uit eten in Australia is trouwens bijzonder economisch. Je zoekt een restaurantje waar BYO staat. Dat wil zeggen dat je je eigen drank moogt meebrengen. Meestal is ernaast een liquorstore. Je koopt zelf je fles wijn en brengt deze mee naar het restaurant. Zij geven jou ijs, glazen en rekenen een forfait van 1 euro per persoon.