Zaterdag 15 mei






Zaterdag 15 mei
Ondertussen reizen we tijdelijk weer met 3, zijn we al weer ver weg van Cairns, hebben we een zeiltocht ondernomen en ben ik bekomen van meer dan 100 zandvliegen.
De regen bleef maar aanhouden dus zijn we terug naar het Noorden getrokken richting Townsville en wonder boven wonder de zon schijnt. Dus laten we de zonnebatterijen opladen (letterlijk en figuurlijk). 4S avonds kruip ik in mijn bed en sta ik vol met rode puntjes, ik denk dat ik een allergie heb. Het juikt niet dus maak ik mij geen zorgen. Tot ik midden in de nacht gigantische jeuk krijg en bijna zot kom. 's Morgens zie ik dat ik vol sta met beten: jawel de zandvliegen hebben zich tegoed gedaan aan mij. Nico heeft geen enkele beet. Ik begin ze te tellen en stop wanneer ik aan 100 kom. We rijden een paar kilometer met onze fiets naar een lokaal winkeltje en de baas vertelt mij dat ik absoluut niet mag krabben want dat het anders een “tropical ulcer” zal worden – de gedachte alleen al. Hij geeft mij een spray maar niets houdt de jeuk tegen. Hij raadt ons aan om naar een andere camping te gaan waar er geen sandflies zitten want gegarandeerd zullen ze zich vannacht weer volvreten met mijn bloed. De sandflies zijn zo klein dat je ze niet ziet en je voelt niet dat ze bijten het jeuken start pas een paar uur later en blijkbaar reageren bepaalde mensen bijzonder allergisch op de beten en hoe zou het nu komen dat dit bij mij net zo is. Na een paar uur zijn de beten gigantische bulten en jeuken!!! Gelukkig is op de andere camperplaats een creek waar je kunt zwemmen: het ijskoude water werkt als een balsam op mijn huid. 's nachts besluit ik om veel wijn te drinken en een pijnstiller te nemen in de hoop dat ik dermate groggy wordt dat ik in een diepe roes val en de jeuk niet meer zal voelen. Ze noemen dit medisch verantwoord drinken. Ik plak zelfs mijn vinders af zodat ik de beter niet kan openkrabben. En zo duurt het een week. Ondertussen weet ik wat wel en niet helpt en op één staat een icepack.
We zijn ondertussen 20 dagen verder en de beten jeuken niet meer maar nog steeds grote rode plekken sieren mijn benen en armen.
Met de heerlijke zon besluiten we om naar een paar watervallen te gaan, wetende dat het ijskoude water goed is voor mijn beten. De waterholes zijn fantastisch. We rijden met de fiets naar little bright angel creek – slechts 15 km maar wel met een klim van 7km. Nico sterft een paar keer op de klim: het is warm en de hitte die uit de asfalt op zijn gezicht straalt put hem uit. Maar de beloning wanneer we boven komen is duizend keer meer waard. De ene waterval na de andere waar je telkens in de waterhole eronder kunt zwemmen. Niet veel volk want aussies houden niet van dit ijskoud weer maar wij binden het heerlijk en zeker na zo'n beklimming. Bij de campground is er nog een andere waterhole: rockslides. Nu weten we waarom ze dit zo noemen. Het is zijn eigenlijk grote water glijbanen maar in een natuurlijke omgeving.
Nu het weer beter is rijden we via de Babinda boulders naar Cairns. Maar hoe meer we Cairns naderen hoe meer de zwarte wolken weer de lucht kleuren. We rijden dan maar weer verder. In Palm Cove staan we op een lokale camping knal aan zee. Maar de camping is uitermate verwaarloosd. Op 19 mei riden ze er met een bulldozer in om het up te graden- dit verklaart alles. We wandelen langs het strand en ik drink er mijn top 1 cappucino in Australia. En geloof mij ik heb hier in Australia heeeeeel veel cappucino's gedronken. De volgende dag rijden we naar Cape Tribulation, volgens de Lonely planet een must see. Je kunt er enkel met een ferry geraken en op gans het schiereiland is er geen electriciteit. Het regenwoud komt er tot aan het strand en er leven behoorlijk wat cassowaries (grote vogels zoals emu maar zwart met een felblauwe kop en rode kwabben). We fietsen naar een stadje en plots wandelt voor ons een cassowary: indrukwekkend. De typische eindeloze stranden verliezen veel van hun charme omdat je er niet kunt zwemmen (crocs en stingers) ook wandelen is door de lange wet season niet mogelijk. Dus fietsen we het schiereiland af.
We rijden via Atherton Tablelands terug naar Cairns. We bezoeken nog wat watervallen en een grote fig tree die zodanig veel wortels heeft dat het op een gordijn valt. Historisch zijn de tablelands de moeite waard omdat hier tijdens de tweede wereldoorlog heel wat lergereenheden gestationeerd warenn maar veel van de periode blijft niet meer over, behalve de typische australische “historical marker”