Dinsdag 27 oktober
Dinsdag 27 oktober
Vandaag forfait gegeven aan de vliegen en dus met een vliegennet rond mijn hoofd rondgelopen. Hoe is het zover kunnen komen? Sinds zondag zijn we in Flinders Ranges, terug een national park. Via een dirt road van zo'n 20 km (het bord waarschuwde ons: winding and very steep – maar dat viel reuze goed mee) kwamen we toe op een mini campground (slechts v4 plaatsen) Acraman. Er is een gorge vlakbij dus om 16u besluiten we om eventjes een wandeling in de gorge te doen. Gewapend met mijn zwaaidoekje wandelen we de gorge in. Maar de bushflies zijn niet te harden. Ik mag zwaaien zoveel ik wil de vliegen zoemen constant in mijn oren. Op een bepaald moment ben ik het zo beu dat we de wandeling stopzetten in terugtrekken in onze no fly zone (ons tentje). Wat een heerlijkheid: lezen zonder vliegen.
De volgende dag trekken we naar het bekende Wilpena Pound (een natuurlijk basin van 80m² omringd door bergen van 1000 meter hoog). In de lokale winkel koop ik een vliegennet want we willen vandaag de hoogste berg St Marys beklimmen. Volgens de Lonly planet is de buitenkant de meest indrukwekkende. De eerste 5 km zijn een gezondheidswandeling, maar onderweg worden we gecharmeerd door kangeroes en geiten. Na 5km begint de beklimmen, het is nog 2 km naar de top. We zitten nu nog maar op 450meter en de top is 1100 meter hoog – dit verklaart niet veel goeds. Het moet gigantisch steil zijn. En dat merken we zeer vlug. Met handen en voeten klauteren we naar boven. We hebben amper een km geklauterd of we zitten gigantisch hoog. Ik begin langzamerhand de creeps te krijgen. Ik kijk naar beneden en zie een afgrond van een paar meter en ondertussen klim ik op een pad (of wat volgens de aussies een pad moet voorstellen – dit lijkt eerder een berggeiten pad te zijn dan een wandelaars pad). Plots moet ik over een richel van 40 cm breed en alles blokkeert. Nico staat al aan de andere kant te roepen. Plots zie ik de afgrond en denk ik “dit is wel vakantie – ik ben mijn leven niet beu, waar ben ik mee bezig”. Dus een kilometer voor de top geef ik forfait – en ja dan moet je natuurlijk dezelfde weg weer naar beneden – jezus dit is echt gigantisch steil – naar beneden is het enkel en alleen nog afgrijselijker. Terug beneden (en dus na 10 km wandelen) kijken we op de kaart en we zien dat we het steilste stuk gedaan hebben (ja op de kaart lijkt het bijna loodrecht te zijn) en dat het nadien iets beter werd. Ja het zal ons leren om niet achteraf maar vooraf de kaart te bestuderen).
We maken naar een wandeling naar de homestead die in het basin ligt en hopen om van daaruit het basis en de omringende bergketen te zien. We wandelen dus nog eens 8 km en zien een beetje hoe het basin er uit ziet, niet hetzelfde natuurlijk als op de top van St marys peak.
Ach ja en het net aangekochte vliegennet is in de rugzak blijven zitten want vandaag was het veel te koud. Geleerd dat het vooral de zwangere vrouwen zijn die lastig doen (ze hebben proteinen nodig) maar ze zijn pas actief als het 28 graden is. En vandaag was er een fris windje dus geen vliegen.
We rijden naar Trezona campground. Vandaag hier een wandeling gedaan, en vandaag was het wel 28 graden en dus ten einde raad hebben niet alleen ik maar ook Nico (al had hij mij voordien gezweerd het nooit te zullen dragen en zelfs toen ik het had gekocht mij gezegd had dat ik het moest terugdragen) heeft forfait gegeven. Ze zaten met honderden op je rug en ik kan je verzekeren zoals de aussies zeggen: they are maddening. Ze maken je zot.
Zondag 25 oktober
We reizen nu al een paar dagen rond in SA en onze eerste indrukken zijn gelukkig al ruimschoots gecompenseerd. Na 800 km vonden we eindelijk een eerste rest area die aantrekkelijk was. Eventjes de bush ingereden en daar vonden we een aangenaam plaatsje in het rode zand. Eventje tevoor waren we ook gestopt aan een mooie lookout: Hart Lake: een fenomenaal groot salt lake. Je kijkt er naar toe en je bent er echt van overtuigd dat het water is, maar het is allemaal zout. Stel je voor wat de ontgoocheling moet geweest zijn van diegene die het land ooit verkend hebben, na vele honderden km desert eindelijk water en dan blijkt het een grote fata morghana te zijn. Toen we uiteindelijk in Port Augusta kwamen, leek het ook voor ons een grote fata maorghana. Plots de zee, groen, een fris briesje. Toen ze op de radio zeiden dat het 31 graden was konden we het niet geloven, voor ons voelde het gewoon fris aan. Vlug inkopen doen, eindelijk een stadje met winkels. Nog maar eens een stoel gekocht (de derde reeds – nico scheurt alle andere, of het zegt misschien veel meer over de kwaliteit van de stoelen natuurlijk. De laatste in Alice gekocht en jawel hoor ook deze al moeten naaien.
We hebben zonet drie dagen in Mt Remarkable gestaan. Wat een groene weelde, na weken in de desert. Het is zo'n verademing om eindelijk bomen te zien en water te horen stromen. We hebben twee stevige treks gedaan. Eentje van 18km naar de hidden gorge. Prachtig, maar weer een behoorlijke moeilijke wandeling, want eenmaal in de gorge is het klimmen op handen en voeten over de rotsblokken. Maar het moet gezegd zijn: de wandelingen zijn steeds prachtig gemarkeerd. (wat niet kan gezegd worden in Canada).
Tijdens deze wandeling heb ik Nico verrast met mijn geschreeuw. We stonden eventjes stil (op adem te komen na een zware klim). En ik voel iets op mijn benen, ik kijk naar beneden en mijn groene schoenen zien er zwart blauw uit: honderden mega grote mieren kruipen langs mijn schoenen langzaam omhoog. Ik krijs het uit en heb nog nooit zo vlug mijn schoenen uitgedaan en weggegooid. Nico stond erbij n keek er naar. Het waren echte vieze grote blauw paarse mieren. Bij deze sluit ik mij aan bij mijn moeder en heb ik vanaf nu een mierenfobie (toch voor de grote paars blauwe mieren). Gelukkig was mijn redder mee: schoenen uitgeklopt, sokken uitgeschud en hops weg waren we.
De volgende dag wilde Nico perse een challenging trek doen. Nu weet ik al Aussies een wandeling als challenging definiëren dat dit niet veel goeds voorspelt. Het is maar 11 km ... en ja ik laat mij overhalen. De wandeling begint met een klim waar we in 1,5 km zo maa r eventjes 450km stijgen. Gelukkig is het nog vroeg (9h) maar het zweet gutst naar beneden. Uiteindelijk bereiken we na twee de top van 770 meter en dan volgt volgens de beschrijving een steile afdaling. En ja als er nu iets waar dit meisje echt doodsangsten doorstaat zijn het steile afdalingen. En steil gaat het. In amper 1 km dalen 700 meter. De stukken waar het rotsblokken zijn valt reuze mee, maar er zijn plaatsen waar het pure gravé is, gelukkig was ook nu mijn reddende engel steeds dichtbij. We hebben 1h gedaan over de afdaling. Maar we zijn dus save and sound terug aan de camper.
Daar staan Bruve en Jenny ons op te wachten. Gisteren kwamen ze met een glas wijn in de hand bij ons zitten en toen we 's avonds ons vuurtje aanstaken kwamen ze er terug bijzitten. Ze zijn 55 jaar oud en hebben hun huis verkocht en een caravan gekocht en trekken nu reeds een jaar Australia rond. Ze hopen het te doen voor de komende 10 jaar. 's middags leert Jenny ons een damper maken (brood bakken in houtskool). Het mislukt een beetje maar we hebben het reuze naar ons zin. Bruce en Jenny trekken de regen, overal waar het nooit regent, en zij komen er dan regent het. En jawel hoor deze keer hetzelfde. 'S Nachts breekt er een hels onweer uit. Onze eerste echte regen in Australia. We noemen hen de rainmakers.