Donderdag 12 augustus






Dinsdag 10 augustus
Na Collier Statepark rijden we eerst Walmart, waar Nico het na een uur op zijn heupen krijgt omdat ik maar blijven ronddwalen in de winkel. Ja ze verkopen hier een ganse collectie van danskin kledij aan spotprijzen en zo'n buitenkansje laat ik niet liggen. Wij rijden naar Rocky Point resort, een Rv park dat er prat op gaat zijn honderdste verjaardag te vieren. Het park ligt aan een meer in een bosrijke omgeving, maar de plaatsen lijken wat klein. Dat deert ons niet want warme douches, electriciteit en wifi. Alleen is de verbinding niet zo goed waardoor skypen met de kinderen lijkt alsof we telefoneren met iemand van Mars.
We rijden door naar Lava Beds National monument. Zoals de naam laat uitschijnen is het park gekend voor zijn enorme lava tubes. Duizenden jaren geleden was hier een megagrote vulkaan “Mount Medicine” en deze heeft honderden jaren aan een stuk lava gespoten, deze lava is naar beneden gelopen en heeft grote ondergrondse buizen gevormd. Deze buizen (lavatubes) lijken op grotten en met een grote flashlight en normaal gezien ook een helm op je hoofd (wat wij niet doen) kun je deze caves zelf verkennen. Best spooky in de pikkedonker meer dan een kilometer lange grot te verkennen. Het zijn geen mooie grotten, want de lava is zwart en eigenlijk loop je door een lange zwarte buis maar het is wel bijzonder fascinerend hoe de natuur dit heeft gecreëerd. Je ziet verschillende tubes boven elkaar telkens met een doorsnede van zo'n 2m en meer en je kunt echt zien hoe de lava doorheen deze buizen heeft gestroomd. Sommige zijn echter zo complex dat je een kaart nodig hebt om deze te verkennen en sommige sluiten zo goed de buitenlucht (hitte van 35 graden) af dat het beneden vriest en nog ijs te vinden is. Blijkbaar hebben hier ook de madoc indianen behoorlijk stevig gevochten maar deze geschiedenis is voor ons iets te complex.
De volgende dag wil Nico graag glass mountain zien, ook hier een berg die eigenlijk een vulkaan ooit is geweest (en eigenlijk nog steeds is) en de lava bij de uitbarsting hier is tot glas gevormd. Volgens de ranger is dit een asfaltweg maar eentje die niet onderhouden is. Ja dat hebben we geweten. Grote gaten in de weg waar het asfalt gewoon verdwenen is dus rijden we soms aan 20km per uur over een asfaltweg. De dirt roads in Australia waren soms beter dan dit (maar soms ook niet!) Wanneer we aan de kruising met de 97 komen hopen we dat het slechtste hebben gehad. Niets van: nu zijn er grote scheuren in de weg en de achterste vering van de mobiel is zeer stroef waardoor alles davert en een hels lawaai maakt. Na 10km ben ik het beu en maken we rechtsomkeer. Terug naar de highway!
We stoppen aan Pit river. Een mini camping langs een prachtige rivier. Het is heet vandaag maar met een stoeltje aan het water is het gewoon heerlijk.
Onze mobiel noemt Shasta en we zijn vlakbij Mount Shasta (14000ft = 4200m), we voelen ons verplicht om met onze camper tot aan deze mooie indrukwekkende berg (die eigenlijk terug een grote vulkaan is) te gaan. We kamperen aan een lake waarbij je al zwemmend constant kijkt op deze mooie besneeuwde berg. We besluiten om Lake Siskiyou trail te volgen, een trail rondom het lake. We lopen eerste verkeerd (1 mijl) daarna blijkt dat er 3 bruggetjes over riviertjes in aanleg zijn, Nico hopt over de stenen naar de andere kant, ik waad gewoon door het frisse water. Nog verder blijkt dat de trail gewoon gesloten is en dat we minsten 3 mijl om moeten wandelen. Hoe een trail van 6 mijl plots 9 mijl wordt. 's Avonds gaan we om onszelf te belonen eten in het restaurantje en worden zowaar verwend. Ik eet een halve kip op de grill met een maaltijdslaatje en frietjes en maisbrood voor amper 11 dollar (7euro) terwijl Nico een mixed grill eet (ribbetjes, kip en tritop wat een soort rosbief is) voor 19 dollar.
De volgende dag rijden we naar de tot de verbeelding sprekende Whiskeytown National Recreation Area en geloof het of niet maar we kamperen aan brandy creek. Het is echt warm en wanneer we een 9 mijl wandeling naar de falls ondernemen, zweten we ons te pletter. Het pad gaat steil de lucht in en blijft maar klimmen en het zweet stroomt letterlijk naar beneden. De falls zijn een beetje een ontgoocheling maar ja we hebben natuurlijk in het laatste jaar behoorlijk wat indrukwekkende falls gezien.
Vanuit Whiskeytown rijden we sober naar Lassen National Park. Lassen ligt op één lijn met de andere grote vulkanen (Shasta, Crater Lake, Mount Helen) en is een onderdeel van wat ze noemen de Pacific Ring of Fire (verschillende Vulkanen die rond de pacific liggen en samen een letterlijk een ring vormen – Mount Doom in NZ is ook een onderdeel van deze ring). Lassen is na 27000 jaar in het jaar 1914 ontploft en meer dan 200 uitbarstingen zijn hierop gevolgd. Deze hebben de regio herschapen tot een maanlandschap waar nu na bijna 100 jaar de natuur zich langzaam aan het herstellen is. Men weet dat Lassen elk moment terug kan uitbreken, maar wanneer is een groot vraagteken. Bij het binnenrijden zien we dat Lassen nog behoorlijk in de sneeuw ligt en dat je deze kunt beklimmen. Nico kennende weet ik meteen wat mij te wachten staat. Met een heel klein hartje begin ik aan de 2,5 mijl klim tot meer dan 10.000ft. (3000m) Net zoals Mount Doom overheerst hier gravel en losliggende stenen. Ideaal voor mij (haha). In ongeveer 1 uur staan we boven (behoorlijk uitgeput toch wel). De view is prachtig. Voor ons ligt de krater die ontstaan is na de vele uitbarstingen in 1914-1915, je kunt mooi zien langswaar de lava naar beneden stroomde en nu een grijze massa vormt. Over de terugtocht vertel ik maar beter niet al te veel, maar in minder dan een uur stonden we dan toch beneden (dankzij de hand van Nico uiteraard). We picknicken aan Lake Helen: hemelsbauw meer met zicht op Lassen peak – de berg die we zojuist overwonnen hebben – jeetje smaken die broodjes hierdoor nu toch wel niet dubbel zoveel. Na de stevige klim belonen we onszelf met een wandeling naar Bumpass Hell. Zoals de naam het al laat vermoeden: duivelse taferelen! Stoom, zwavel, kokende modderpoelen omringen ons. We denken eventjes dat we terug in Rotorua, Nieuw Zeeland zijn. We zitten op een grote hoogte dus kunnen we niet anders dan ons 's avonds te warmen aan een kampvuurtje.
De volgende dag wandelen we 11 mijl door het bos van idyllisch meertje naar meertje. De laatste 3 mijl klim is voor mij een beetje afzien. De kilometers van de laatste dagen zit duidelijk in mijn voeten want deze doen behoorlijk pijn wanneer we 4 uur later terug aan de mobiel zijn. Ondertussen is de zon verdwenen achter wolken en de temperatuur daalt dan ook zeer vlug op deze hoogte.